Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/850
1. Post-Keskin. Afwijzing horen getuigen waarvan verklaringen voor bewijs gebruikt is niet begrijpelijk. Toch geen cassatie. 2. ‘Het maken van een beroep of een gewoonte’ in de zin van art. 326a Sr.
HR 13-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1199
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/02085
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1199, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:592, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
1. Post-Keskin. De afwijzing door het hof van het verzoek tot het horen van twee getuigen is niet zonder meer begrijpelijk. Toch geen cassatie. 2. Bewijsvoering van ‘het maken van een beroep of een gewoonte’ van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren in de zin van art. 326a Sr.
Samenvatting
- 1.
De afwijzing door het hof van het verzoek tot het horen van twee getuigen is niet zonder meer begrijpelijk. De rechtbank en het hof hebben de bewezenverklaringen aangenomen mede op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.