RvdW 2011/175
Appartementsrechten. Splitsing gebouw in appartementsrechten; begrenzing van gedeelten bestemd tot uitsluitend gebruik; belang tekening waarop begrenzing is aangegeven onder vigeur art. 638f aanhef en 2° (oud) BW; splitsingsakte. .
HR 28-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5223
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 januari 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/03792
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BO5223
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5223, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2009
- Wetingang
art. 638f BW (oud)
Essentie
Voor de vaststelling van het recht tot uitsluitend gebruik van een gedeelte van een in een splitsing betrokken registergoed is bepalend hetgeen daaromtrent is vastgelegd in de op die splitsing betrekking hebbende splitsingsstukken. Ingevolge het ten tijde van de splitsing (die plaats vond in 1959) geldende art. 638f aanhef en onder 2° (oud) BW moest de akte van splitsing op straffe van nietigheid onder meer inhouden ‘een nauwkeurige omschrijving van de gedeelten van de gemeenschap, welke bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt’. Een tekening waarop de begrenzing was aangegeven ‘van elk gedeelte van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.