Einde inhoudsopgave
Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen
Artikel 26 Vertrek van het grondgebied van de ontvangende Staat
Geldend
Geldend vanaf 19-03-1967
- Bronpublicatie:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-03-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
De ontvangende Staat moet, zelfs in het geval van een gewapend conflict, de leden van de consulaire post en de leden van het particuliere personeel die geen onderdanen van de ontvangende Staat zijn, alsmede bij hen inwonende gezinsleden, ongeacht hun nationaliteit, de nodige tijd en faciliteiten verlenen ten einde hen in staat te stellen hun vertrek voor te bereiden en binnen de kortst mogelijke tijd na beëindiging van hun werkzaamheden te vertrekken. In het bijzonder moet de ontvangende Staat hun, in geval van nood, de nodige vervoermiddelen ter beschikking stellen voor henzelf zowel als voor hun goederen, met uitzondering van goederen die in de ontvangende Staat verworven zijn en waarvan uitvoer ten tijde van het vertrek is verboden.