Afdeling I Het aanknopen en onderhouden van consulaire betrekkingen

Art. 2. Aanknopen van consulaire betrekkingen

Art. 3. Uitoefening van consulaire werkzaamheden

Art. 4. Vestiging van een consulaire post

Art. 5. Consulaire werkzaamheden

Art. 6. Uitoefening van consulaire werkzaamheden buiten het consulaire ressort

Art. 7. Uitoefening van consulaire werkzaamheden in een derde Staat

Art. 8. Uitoefening van consulaire werkzaamheden ten behoeve van een derde Staat

Art. 9. Indeling van hoofden van consulaire posten

Art. 10. Benoeming en toelating van hoofden van consulaire posten

Art. 11. Benoemingsbrevet of kennisgeving van de benoeming

Art. 12. Exequatur

Art. 13. Voorlopige toelating van hoofden van consulaire posten

Art. 14. Kennisgeving aan de autoriteiten van het consulaire ressort

Art. 15. Tijdelijke uitoefening van de werkzaamheden van het hoofd van een consulaire post

Art. 16. Rangorde van de hoofden van consulaire posten

Art. 17. Verrichten van diplomatieke handelingen door consulaire ambtenaren

Art. 18. Benoeming van eenzelfde persoon als consulair ambtenaar door twee of meer Staten

Art. 19. Benoeming van leden van het consulaire personeel

Art. 20. Omvang van het consulaire personeel

Art. 21. Rangorde van consulaire ambtenaren van een consulaire post

Art. 22. De nationaliteit van consulaire ambtenaren

Art. 23. Tot persona non grata verklaarde personen

Art. 24. Kennisgeving van benoeming, aankomst en vertrek aan de ontvangende Staat