NJ 2014/77
Witwassen van uit eigen misdrijf verkregen voorwerpen.
HR 17-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2002, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
13/00265
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
M.J. Borgers
- JCDI
JCDI:ADS97022:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:2002, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2013
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Witwassen. Bij een doorzoeking werden verschillende geldbedragen aangetroffen, onder meer boven de koelkast, in een buffetkast, op het aanrecht, boven een bureau, in een kluisje en in een televisiekast. Aannemelijk is dat deze geldbedragen afkomstig zijn uit eigen misdrijf. Het hof kon oordelen dat geen handeling is verricht die heeft bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dit bedragen, waardoor het niet tot de kwalificatie van witwassen kon komen. Niet vereist is dat de rechter het (grond)misdrijf zoveel mogelijk dient te concretiseren voor wat betreft plaats, tijd en door de verdachte verrichte handelingen.