Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/801 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten
Artikel 26 Gezinsleden van onderzoekers
Geldend
Geldend vanaf 22-05-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/801)
- Inwerkingtreding
22-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/801)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Om het de gezinsleden van onderzoekers mogelijk te maken zich bij de onderzoeker in de eerste lidstaat te voegen, of, in het geval van langetermijnmobiliteit, in de tweede lidstaten, passen de lidstaten de bepalingen van Richtlijn 2003/86/EG met de in dit artikel neergelegde afwijkingen toe.
2.
In afwijking van artikel 3, lid 1, en van artikel 8 van Richtlijn 2003/86/EG wordt aan het afgeven van een verblijfsvergunning aan de gezinsleden niet de voorwaarde verbonden dat de onderzoeker reden heeft om te verwachten dat hem een permanent verblijfsrecht zal worden toegekend en dat hij al ten minste gedurende een bepaalde periode in het land verblijft.
3.
In afwijking van artikel 4, lid 1, laatste alinea, en van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2003/86/EG kunnen de daarin bedoelde integratievoorwaarden en -maatregelen alleen worden toegepast nadat de betrokken personen een verblijfsvergunning hebben verkregen.
4.
In afwijking van artikel 5, lid 4, eerste alinea, van Richtlijn 2003/86/EG worden de verblijfsvergunningen voor gezinsleden door een lidstaat afgegeven binnen 90 dagen na de datum van indiening van de volledige aanvraag, mits aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat behandelt de aanvraag voor gezinsleden tegelijk met de aanvraag voor de toelating of de langetermijnmobiliteit van de onderzoeker, indien de aanvraag voor gezinsleden op hetzelfde moment wordt ingediend. De verblijfsvergunning voor gezinsleden wordt slechts verleend wanneer de onderzoeker een vergunning heeft verkregen overeenkomstig artikel 17.
5.
In afwijking van artikel 13, leden 2 en 3, van Richtlijn 2003/86/EG, loopt de geldigheidsduur van de verblijfsvergunningen van gezinsleden, als algemene regel, af op de datum dat de vergunning van de onderzoeker verstrijkt. Dit omvat tevens, in voorkomend geval, vergunningen die aan de onderzoeker zijn afgegeven met het oog op ondernemerschap of het zoeken naar werk overeenkomstig artikel 25. De lidstaten kunnen verlangen dat de reisdocumenten van gezinsleden geldig zijn voor ten minste de duur van het geplande verblijf.
6.
In afwijking van artikel 14, lid 2, tweede zin, van Richtlijn 2003/86/EG, past de eerste lidstaat, of, in het geval van langetermijnmobiliteit, passen de tweede lidstaten, geen tijdslimiet toe voor toegang tot de arbeidsmarkt voor gezinsleden, behalve in uitzonderlijke omstandigheden zoals ongewoon hoge werkloosheid.