RvdW 2011/308
Enquêterecht. Reikwijdte bevoegdheid ondernemingskamer tot treffen onmiddellijke voorzieningen als bedoeld in art. 2:349a BW.
HR 25-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO7067 (Marigot c.s./IA groep en Rapar,Inter Access Groep)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 februari 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/01343
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BO7067
- Roepnaam
Marigot c.s./IA groep en Rapar
Inter Access Groep
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO7067, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO7067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑03‑2010
- Wetingang
BW art. 2:206, 2:349a, 2:356
Essentie
Enquêterecht. Reikwijdte bevoegdheid ondernemingskamer tot treffen onmiddellijke voorzieningen als bedoeld in art. 2:349a BW.
Van de bevoegdheid tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen voordat een onderzoek wordt gelast, dient een terughoudend gebruik te worden gemaakt. In het stadium voordat een onderzoek is gelast, zal van de bevoegdheid slechts gebruik kunnen worden gemaakt indien daartoe in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek voldoende zwaarwegende redenen bestaan.
De ondernemingskamer mag op grond van art. 2:349a BW iedere voorziening van voorlopige aard treffen mits met het oog op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.