NJ 2016/78
Bezit strook grond; maatstaf.
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2743, m.nt. F.M.J. Verstijlen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03720
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153942:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2743, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:692, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑07‑2014
- Wetingang
Art. 3:105, 3:107, 3:108, 3:113, 3:306 BW
Essentie
Bezit strook grond; maatstaf.
Voor de beantwoording van de vraag of iemand een zaak in bezit heeft genomen, is bepalend of hij de feitelijke macht over die zaak is gaan uitoefenen. Indien de zaak in het bezit van een ander is, zijn enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen voor inbezitneming onvoldoende. De machtsuitoefening moet derhalve zodanig zijn dat deze naar verkeersopvatting het bezit van de oorspronkelijke bezitter teniet doet. Het antwoord op de vraag of iemand de voor bezit vereiste feitelijke macht uitoefent wordt, evenals de vraag of hij voor zichzelf of voor een ander houdt, bepaald naar verkeersopvatting en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.