Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa
Artikel 32 Evaluatie
Geldend
Geldend van 11-06-2008 tot 12-12-2026
- Bronpublicatie:
21-05-2008, PbEU 2008, L 152 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 2008/50/EG)
- Inwerkingtreding
11-06-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2008, PbEU 2008, L 152 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 2008/50/EG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
De Commissie zal in 2013 de bepalingen met betrekking tot PM2,5 en, waar van toepassing, andere verontreinigende stoffen, opnieuw onderzoeken, en bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel indienen.
Wat PM2,5 betreft, zal de evaluatie worden verricht met het oog op de vaststelling van juridisch bindende nationale verplichtingen inzake blootstellingsvermindering ter vervanging van de in artikel 15 bedoelde nationale streefwaarde inzake vermindering van de blootstelling en de evaluatie van de blootstellingsconcentratieverplichting, met inachtneming van onder meer de volgende elementen:
- —
de meest recente wetenschappelijke informatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en andere relevante organisaties;
- —
de luchtkwaliteitssituaties en de verminderingsmogelijkheden in de lidstaten;
- —
de herziening van Richtlijn 2001/81/EG;
- —
de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van communautaire verminderingsmaatregelen voor verontreinigende stoffen.
2.
De Commissie houdt rekening met de haalbaarheid van een ambitieuzere grenswaarde voor PM2,5, evalueert de indicatieve grenswaarde van de tweede fase voor PM2,5, en beoordeelt of die waarde blijft gehandhaafd of wordt gewijzigd.
3.
Als onderdeel van de evaluatie stelt de Commissie tevens een verslag op over de ervaringen bij en de noodzaak van het toezicht op PM10 en PM2,5, rekening houdend met de technische vooruitgang bij de automatische metingstechnieken. In voorkomend geval zullen nieuwe referentiemethoden voor de meting van PM10 en PM2,5 worden voorgesteld.