Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa
Bijlage XV Gegevens die moeten worden opgenomen in de plaatselijke, regionale of nationale luchtkwaliteitsplannen ter verbetering van de luchtkwaliteit
Geldend
Geldend van 11-06-2008 tot 12-12-2026
- Bronpublicatie:
21-05-2008, PbEU 2008, L 152 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 2008/50/EG)
- Inwerkingtreding
11-06-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2008, PbEU 2008, L 152 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 2008/50/EG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
A. Gegevens die moeten worden verstrekt krachtens artikel 23 (luchtkwaliteitsplannen)
1
Plaats van de bovenmatige verontreiniging
- a)
regio;
- b)
stad (kaart);
- c)
meetstation (kaart, geografische coördinaten).
2
Algemene gegevens
- a)
soort gebied (stad, industriezone of landelijk gebied);
- b)
raming van de omvang van het verontreinigde gebied (km2) en van de bevolking die aan de verontreiniging is blootgesteld;
- c)
relevante klimatologische gegevens;
- d)
relevante topografische gegevens;
- e)
voldoende gegevens over de beschermingsbehoeften in het betrokken gebied.
3
Bevoegde instanties
Naam en adres van de personen die bevoegd zijn voor het ontwikkelen en uitvoeren van verbeteringsplannen.
4
Aard en beoordeling van de verontreiniging
- a)
in de voorgaande jaren waargenomen concentraties (vóór de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter verbetering);
- b)
sedert de start van het project gemeten concentraties;
- c)
technieken die voor de beoordeling worden gebruikt.
5
Bron van de verontreiniging
- a)
lijst van de belangrijkste emissiebronnen die verantwoordelijk zijn voor de verontreiniging (kaart);
- b)
totale emissie van deze bronnen (ton/jaar);
- c)
informatie over de verontreiniging vanuit andere gebieden.
6
Analyse van de situatie
- a)
bijzonderheden over de factoren die verantwoordelijk zijn voor de overschrijding (bv. vervoer, ook grensoverschrijdend; vorming van secundaire verontreinigende stoffen in de atmosfeer);
- b)
bijzonderheden over mogelijke maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit.
7
Bijzonderheden over de verbeteringsmaatregelen of -projecten die reeds bestonden vóór 11 juni 2008:
- a)
plaatselijke, regionale, nationale en internationale maatregelen;
- b)
waargenomen gevolgen van deze maatregelen.
8
Bijzonderheden over na de inwerkingtreding van deze richtlijn goedgekeurde maatregelen of projecten ter beperking van de verontreiniging
- a)
opsomming en beschrijving van alle maatregelen die zijn opgenomen in het project;
- b)
tijdschema voor de uitvoering;
- c)
raming van de verwachte verbetering van de luchtkwaliteit en van de tijd die nodig is om die doelstellingen te realiseren.
9
Bijzonderheden over de maatregelen of projecten die voor de lange termijn worden gepland of onderzocht.
10
Lijst van publicaties, documenten, werkzaamheden enz. ter aanvulling van de in deze bijlage vereiste informatie.
B. Gegevens die moeten worden verstrekt krachtens artikel 22, lid 1
1
Alle in deel A van deze bijlage bedoelde gegevens.
2
Gegevens over de stand van de tenuitvoerlegging van de volgende richtlijnen:
- 1.
Richtlijn 70/220/EEG van de Raad van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (1);
- 2.
Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations (2);
- 3.
Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (3);
- 4.
Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (4);
- 5.
Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (5);
- 6.
Richtlijn 1999/13/EG van de Raad van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties (6);
- 7.
Richtlijn 1999/32/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (7);
- 8.
Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval (8);
- 9.
Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties;
- 10.
Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen;
- 11.
Richtlijn 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen (9);
- 12.
Richtlijn 2005/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG betreffende het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen (10);
- 13.
Richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (11);
- 14.
Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efflciëntie bij het eindgebruik en energiediensten (12);
3
Gegevens over alle maatregelen ter bestrijding van luchtverontreiniging die op het gepaste plaatselijke, regionale of nationale niveau in overweging zijn genomen voor tenuitvoeregging[lees: tenuitvoerlegging] met het oog op het verwezenlijken van de luchtkwaliteitsdoelstellingen, inclusief maatregelen die betrekking hebben op:
- a)
het verminderen van emissies uit stationaire bronnen met maatregelen om veronteinigende[lees: verontreinigende] kleine en middelgrote stationaire stookinstallaties (ook voor biomassa) te voorzien van emissiebeperkende apparatuur of te vervangen;
- b)
het verminderen van door bestaande voertuigen veroorzaakte emissies door deze alsnog te voorzien van emissiebeperkende apparatuur. Het gebruik van economische prikkels om de uitvoering van dergelijke aanpassingen te versnellen, moet worden overwogen;
- c)
de aankoop door de overheid van uitstootverlagende wegvoertuigen, brandstoffen en stookapparatuur overeenkomstig het handboek inzake milieuvriendelijke overheidsopdrachten, met inbegrip van de aankoop van:
- —
nieuwe voertuigen, inclusief voertuigen met een lage emissie;
- —
schonere voor vervoersdiensten bestemde voertuigen;
- —
stationaire stookinstallaties met een lage emissie;
- —
brandstoffen met een lage emissie voor stationaire en mobiele bronnen;
- d)
maatregelen ter beperking van door het vervoer veroorzaakte emissies via verkeersplanning en verkeersbeheersing (inclusief rekeningrijden, gedifferentieerde parkeertarieven of andere economische prikkels, het instellen van ‘lage-emissiezones’);
- e)
maatregelen om de omschakeling naar minder verontreinigende vervoersmodi aan te moedigen;
- f)
maatregelen om ervoor te zorgen dat in kleine, middelgrote en grote stationaire bronnen en in mobiele bronnen brandstoffen met een lage emissie worden gebruikt;
- g)
maatregelen ter verlaging van de luchtverontreiniging via de vergunningen in het kader van Richtlijn 2008/1/EG, de nationale plannen in het kader van Richtlijn 2001/80/EG en het gebruik van economische instrumenten, zoals belastingen, heffingen of handel in emissierechten;
- h)
zo nodig maatregelen ter bescherming van de gezondheid van kinderen of andere kwetsbare groepen.
Voetnoten
PB L 76 van 6.4.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/96/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 81).
PB L 365 van 31.12.1994, blz. 24. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
PB L 24 van 29.1.2008, blz. 8.
PB L 59 van 27.2.1998, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/105/EG van de Raad.
PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.
PB L 85 van 29.3.1999, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 87).
PB L 121 van 11.5.1999, blz. 13. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 59).
PB L 332 van 28.12.2000, blz. 91.
PB L 143 van 30.4.2004, blz. 87
PB L 191 van 22.7.2005, blz. 59.
PB L 275 van 20.10.2005, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 715/2007 (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1).
PB L 114 van 27.4.2006, blz. 64.