Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/424
Poging doodslag. HR: art. 80a RO.
HR 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:363
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02406
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:363, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:61, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2014
Essentie
Poging doodslag. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 8 maart 2013, nummer 22/003700-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. A.B.B. Beelaard, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
Het eerste middel, dat klaagt dat de poging doodslag niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid, miskent dat het hof zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld dat de verdachte door het hoofd van het slachtoffer met kracht tot tweemaal toe tegen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.