NJ 1919, p. 371
Grenstractaat van Aken van 26 Juni 1818 in verband met de wetten op uit- en vervoer. Dubbele werking van het tractaat.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 1919
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. A. J. L. Nijpels, J. A. A. Bosch, A. Fentener van Vlissingen en A. P. L. Nelissen.
- Zaaknummer
[03031919/NJ_1919,_p._371]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Roepnaam
Grenstractaat Aken
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1919:126, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1919
- Wetingang
(Gw art. 59; Uit- en vervoerwet 1914 art. 2; Vervoer- en nederlagewet 1915 art. 2.)
Essentie
Grenstractaat van Aken van 26 Juni 1818 in verband met de wetten op uit- en vervoer. Dubbele werking van het tractaat.
Samenvatting
Art. 33 van genoemd tractaat is overeenkomstig zijn wordingsgeschiedenis, zijn doel en strekking in dien geest te verstaan, dat daarbij voor de gemengde eigenaren, wier eigendommen door de landsgrenzen werden doorsneden, werden weggenomen de nadeden, die zij in hun bedrijf zouden kunnen lijden tengevolge van de omstandigheid, dat hun eigendommen door de landsgrenzen werden doorsneden en van elkaar gescheiden.
Dit tractaat had de dubbele werking, dat Nederland tegenover de vreemde mogendheid was gebonden, en tevens dat ...