V-N 2018/49.6
Garantstelling voor negatieve banksaldi concernvennootschappen zakelijk volgens A-G
HR (Parket) 19-06-2018, ECLI:NL:PHR:2018:738, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
19 juni 2018
- Zaaknummer
17/05713
17/05714
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24633:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:682, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:HR:2019:683, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:738, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:739, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat er onzakelijk is gehandeld. X bv en Y bv kunnen de bedragen dan ook ten laste van de winst aftrekken.
Samenvatting
B en C houden, via hun holdings, X bv en Y bv (belanghebbende), de aandelen in diverse vennootschappen die actief zijn in de weg-#en waterbouw (het A-concern). Het concern sluit een rentecompensatie-#en saldoverrekeningsovereenkomst met de Rabobank. De overeenkomst omvat een gemeenschappelijke kredietfaciliteit waarvoor alle concernvennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zijn (cash pooling). In 2008 en 2009 worden de vennootschappen, met uitzondering van de holdings, verkocht. Een aantal vennootschappen gaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.