WR 2011/57
Woonruimte — medehuur — procesrecht: enige tijd geen gemeenschappelijke huishouding door opname van huurder in ziekenhuis of zorgcentrum vóór het overlijden van huurder; voortzetting huur door ‘samenwoner’ na overlijden huurder; bescherming ‘samenwoner’; belang vordering voortzetting huur na ontruiming.
HR 18-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1079 (Huijnen & Kerste/Volksbelang)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2011
- Magistraten
J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/04111
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BP1079
- Roepnaam
Huijnen & Kerste/Volksbelang
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1079, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1079, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2009
- Wetingang
art. 7:267 BW; art. 7:268 lid 2 BW
Essentie
Woonruimte — medehuur — procesrecht: enige tijd geen gemeenschappelijke huishouding door opname van huurder in ziekenhuis of zorgcentrum vóór het overlijden van huurder; voortzetting huur door ‘samenwoner’ na overlijden huurder; bescherming ‘samenwoner’; belang vordering voortzetting huur na ontruiming.
Samenvatting
De enkele omstandigheid dat de ‘samenwoner’ ten tijde van het overlijden van de huurder reeds kortere of langere tijd geen gemeenschappelijke huishouding meer voerde met de huurder, omdat laatstgenoemde wegens ziekte of hulpbehoevendheid moest worden opgenomen in een ziekenhuis of zorgcentrum, brengt niet mee dat de vordering tot voorzetting van de huur op grond van art. 7:268 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.