FED 2022/44
Organisatorische verwevenheid (FE btw) vereist niet dat de gezamenlijke leiding berust bij één persoon.
HR 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:269, m.nt. mr. dr. F.J.G. Nellen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Faase
- Zaaknummer
19/03185
- Noot
mr. dr. F.J.G. Nellen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS641978:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:269, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2020:614, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2020
- Wetingang
Art. 7 lid 4 Wet OB 1968
Essentie
Organisatorische verwevenheid (FE btw) vereist niet dat de gezamenlijke leiding berust bij één persoon.
Samenvatting
Belanghebbende is een BV die tegen vergoeding facilitaire diensten (waaronder schoonmaakwerkzaamheden in een ziekenhuis) verrichtte jegens Stichting A. Middellijk houdt Stichting A 51% van de aandelen met bijbehorende stemrechten in belanghebbende. De andere 49 procent is in bezit van een schoonmaakonderneming bestaande uit twee vennootschappen, B BV en C BV. Op 16 januari 2008 hebben belanghebbende en Stichting A de inspecteur verzocht om te worden aangemerkt als fiscale eenheid btw. Hoewel de inspecteur in eerste instantie het verzoek met een beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.