NJ 2018/120
Procedurefouten bij de inbeslagneming kunnen op zich niet tot gegrondverklaring van het beklag leiden.
HR 11-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1323, m.nt. F. Vellinga-Schootstra
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juli 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/01467 Bv
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124459:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1323, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:643, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Procedurefouten bij de inbeslagneming kunnen op zich niet tot gegrondverklaring van het beklag leiden.
Beklag tegen inbeslagneming van stukken en gegevensdragers bij een notaris. De rechtbank heeft ten onrechte in de vele procedurele onregelmatigheden die zich naar haar oordeel met betrekking tot de grondslagen van de inbeslagneming hebben voorgedaan, een zelfstandige reden gezien om het beklag gegrond te verklaren. Voor zover de rechtbank meent dat de beoordeling door de R-C niet zorgvuldig genoeg is geweest, had zij dit gebrek moeten verhelpen door een eigen, wel zorgvuldige beoordeling, dan wel door de stukken in handen van een andere R-C te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.