BA 2019/106
Invordering van verbeurde dwangsom, zwaarwegend belang van adequate handhaving, geen uitzonderlijke omstandigheden
ABRvS 27-02-2019, ECLI:NL:RVS:2019:466
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
27 februari 2019
- Zaaknummer
201801114/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:466, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 27‑02‑2019
- Wetingang
Art. 5:37 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 7:423 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW)
Essentie
Invordering van verbeurde dwangsom, zwaarwegend belang van adequate handhaving, geen uitzonderlijke omstandigheden
Samenvatting
Het college heeft besloten tot invordering van door appellante verbeurde dwangsommen van in totaal € 35.700. Bij een besluit tot invordering van een verbeurde dwangsom moet aan het belang van de invordering een zwaarwegend gewicht worden toegekend. Een andere opvatting zou afdoen aan het gezag dat moet uitgaan van een besluit tot oplegging van een last onder dwangsom. Steun voor dit uitgangspunt kan worden gevonden in de geschiedenis van de totstandkoming van art. 5:37 lid 1 Awb. Hierin is vermeld dat een adequate handhaving vergt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.