Artikel 4 Ex-antebeoordeling van nieuwe maatregelen en toezicht

De lidstaten verrichten voorafgaand aan de invoering van nieuwe of de wijziging van bestaande wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen beperken, een evenredigheidsbeoordeling in overeenstemming met de voorschriften van deze richtlijn.

De omvang van de in lid 1 vermelde beoordeling is evenredig met de aard, de inhoud en de effecten van de bepaling.

De in lid 1 bedoelde bepalingen gaan vergezeld van een toelichting die dusdanig gedetailleerd is dat op basis daarvan de naleving van het evenredigheidsbeginsel kan worden beoordeeld.

De redenen waarom een in lid 1 bedoelde bepaling gerechtvaardigd en evenredig wordt geacht, worden met kwalitatieve en, indien mogelijk en relevant, kwantitatieve elementen onderbouwd.

De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde beoordeling op objectieve en onafhankelijke wijze wordt uitgevoerd.

De lidstaten controleren, na de vaststelling van nieuwe of gewijzigde wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen beperken, of deze bepalingen in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel, daarbij naar behoren rekening houdend met de ontwikkelingen die zich sinds de vaststelling van de desbetreffende bepalingen hebben voorgedaan.