NJB 2016/2235
Vertrouwensbeginsel (nationaalrechtelijk en Unierechtelijk). Beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet wanneer de belanghebbende wist of had moeten weten dat hij deelnam aan omzetbelastingfraude
HR 28-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2430
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Hilten
- Zaaknummer
15/02940
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2430, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑08‑2015
Essentie
Vertrouwensbeginsel (nationaalrechtelijk en Unierechtelijk). Beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet wanneer de belanghebbende wist of had moeten weten dat hij deelnam aan omzetbelastingfraude
Partij(en)
Beroep in cassatie Staatssecretaris van Financiën
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.3.1.
Het middel richt zich tegen ’s Hofs (…) oordeel dat de ten onrechte teruggegeven omzetbelasting niet van belanghebbende kan worden nageheven vanwege een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. Het middel voert daartoe aan dat het Hof heeft nagelaten te behandelen de stelling dat belanghebbende wist of kon weten dat zij deelnam aan omzetbelastingfraude (…). Deze fraude hield in, aldus het middel, dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.