JAR 2015/12
Naleving cao. Geldt de bevoegdheid om controle uit te oefenen op naleving van de cao, als deze is gebaseerd op algemeen verbindendverklaring, slechts voor de duur van de algemeen verbindendverklaring? Cao. Algemeen verbindendverklaring. Naleving cao. Geldt de bevoegdheid om controle uit te oefenen op naleving van de cao, als deze is gebaseerd op algemeen verbindendverklaring, slechts voor de duur van de algemeen verbindendverklaring?
HR 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3458
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 november 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/02749
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3458, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2013
- Wetingang
Art. 3 lid 4, art. 10 Wet AVV; art. 15 Wet cao; art. 45, 46 cao voor Uitzendkrachten 2004-2009
Essentie
Partijen bij de cao voor de Uitzendkrachten hebben een stichting opgericht die onder meer tot taak heeft toe te zien op de correcte naleving van de cao (SNCU). De cao is algemeen verbindend verklaard. SNCU vordert de veroordeling van Tido Vesta (werkgever) tot betaling van een forfaitaire schadevergoeding en tot naleving van de cao. SNCU baseert haar vorderingen op het avv-besluit. Tido Vesta klaagt in cassatie dat de Wet AVV zich ertegen verzet dat cao-partijen een privaatrechtelijke organisatie opzetten om naleving van de cao te controleren en maatregelen te nemen ten opzichte van een werkgever die uitsluitend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.