AB 2018/12
Verbod nertsenhouderij. Recht op eigendom. Geen onrechtmatige overheidsdaad wegens invoering van de Wet verbod pelsdierhouderij. Geen strijd met art. 1 Protocol 1 EVRM wegens verlies van toekomstige inkomsten.
HR 16-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2888, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, mr. C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/00921
- Noot
T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927959:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2888, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:898, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Verbod nertsenhouderij. Recht op eigendom. Geen onrechtmatige overheidsdaad wegens invoering van de Wet verbod pelsdierhouderij. Geen strijd met art. 1 Protocol 1 EVRM wegens verlies van toekomstige inkomsten.
Samenvatting
De Hoge Raad beziet in deze zaak of de Staat met invoering van de Wet verbod pelsdierhouderij zich schuldig maakt aan een onrechtmatige daad en aansprakelijk is voor door de nertsenhouders geleden schade in het licht van het in art. 1 EP gewaarborgde recht op eigendom. De Hoge Raad overweegt dat het hof, in het licht van relevante EHRM-rechtspraak, juist heeft overwogen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.