Einde inhoudsopgave
Wet medezeggenschap op scholen
Artikel 33 Geschillen inhoud medezeggenschapsreglement en medezeggenschapsstatuut
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
15-06-2016, Stb. 2016, 273 (uitgifte: 14-07-2016, kamerstukken: 34251)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2016, Stb. 2016, 327 (uitgifte: 14-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Medezeggenschap
1.
Indien de medezeggenschapsraad het bevoegd gezag de instemming voor vaststelling of wijziging van het medezeggenschapsstatuut, of van het medezeggenschapsreglement, voor wat betreft onderwerpen als bedoeld in artikel 24, eerste, derde en vierde lid, onthoudt, kan het bevoegd gezag de commissie binnen zes weken na de onthouding van de instemming toestemming vragen het statuut of reglement vast te stellen of te wijzigen. De commissie geeft toestemming, tenzij het bevoegd gezag bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen.
2.
De commissie geeft voor zover zij van oordeel is dat het bevoegd gezag bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen, in haar uitspraak aan hoe het voorstel dient te worden gewijzigd. Na de uitspraak van de commissie stelt het bevoegd gezag het medezeggenschapsreglement dan wel het medezeggenschapsstatuut vast overeenkomstig de uitspraak van de commissie.
3.
Op het vragen van toestemming als bedoeld in het eerste lid is artikel 32, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
4.
Een vaststelling of wijziging als bedoeld in het eerste lid, gedaan zonder de instemming door de medezeggenschapsraad of zonder de toestemming van de commissie, is nietig indien de medezeggenschapsraad tegenover het bevoegd gezag schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. De medezeggenschapsraad kan een beroep op de nietigheid slechts doen binnen zes weken nadat het bevoegd gezag zijn vaststelling of wijziging heeft gedaan. Bij gebreke van kennisgeving van een vaststelling of wijziging aan de medezeggenschapsraad gaat de termijn van zes weken pas in op het moment dat de medezeggenschapsraad is gebleken dat het bevoegd gezag uitvoering of toepassing geeft aan het besluit.
5.
De medezeggenschapsraad kan de commissie verzoeken het bevoegd gezag te verplichten zich te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van een nietig besluit als bedoeld in het vierde lid. Het bevoegd gezag kan de commissie verzoeken te verklaren dat de medezeggenschapsraad ten onrechte een beroep heeft gedaan op nietigheid als bedoeld in het vierde lid.