Rb. 's-Hertogenbosch, 06-08-2008, nr. 01/849349-07
ECLI:NL:RBSHE:2008:BD9366, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
06-08-2008
- Zaaknummer
01/849349-07
- LJN
BD9366
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSHE:2008:BD9366, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 06‑08‑2008; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2009:BK7065, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 06‑08‑2008
Inhoudsindicatie
Tussenvonnis in zaak tegen verdachte in moordzaak te Oploo. De rechtbank acht het noodzakelijk dat de mogelijkheid van een terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt onderzocht.
Partij(en)
tussenvonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/849349-07
Datum uitspraak: 6 augustus 2008
Tussenvonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
wonende te [adres],
thans gedetineerd te: P.I. Vught, Vosseveld 2 HvB Regulier te Vught.
Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 februari 2008, 25 april 2008 en 23 juli 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 15 januari 2008. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 6 februari 2008 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht [bijlage 1]. Met inachtneming van deze wijziging is aan verdachte is tenlastegelegd dat:
- 1.
hij in of omstreeks de periode van 15 mei 2007 tot en met 16 mei 2007 te Oploo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en/of met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet en/of na kalm beraad en rustig overleg
- -
een capuchon (van een regenjas) gepakt en/of deze capuchon op/over de mond en/of neus, althans over het gezicht en/of hoofd van deze [slachtoffer] geplaatst en/of (met kracht) aangetrokken, en/of deze capuchon (gedurende enige tijd) op deze wijze vastgehouden; en/of
- -
(met kracht) met een of meer hand(en) de hals van deze [slachtoffer] dichtgeknepen, althans samendrukkend geweld gebruikt op de hals van deze [slachtoffer]; en/of
- -
(met kracht) een kussen op het gezicht van deze [slachtoffer] gedrukt;
tengevolge waarvan deze [slachtoffer] is overleden;
[artikel 289/287 Wetboek van Strafrecht]
- 2.
hij in of omstreeks de periode van 15 mei 2007 tot en met 16 mei 2007 te Oploo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk brand heeft gesticht in/aan een woning gelegen aan de [adres], immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk, in een slaapkamer van die woning
- -
een of meer brandbare (vloei)stof(fen) gesprenkeld op en/of nabij een of meer voorwerp(en) en/of de vloer(bedekking) van die slaapkamer, en/of op en/of nabij het in de slaapkamer gelegen stoffelijk overschot van [slachtoffer]; en/of
- -
een raam van die slaapkamer open gezet; en/of
- -
(met behulp van een aansteker) de in die slaapkamer aanwezige televisie en/of gordijnen en/of vloerbedekking en/of bed, althans een of meer (besprenkelde) voorwerp(en), en/of het stoffelijk overschot van [slachtoffer], in brand gestoken, althans open vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen) en/of (een) brandbare voorwerp(en), terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten die (gehele) woning en de daarin aanwezige goederen, te duchten was;
[artikel 157 Wetboek van Strafrecht]
- 3.
hij in of omstreeks de periode van 15 mei 2007 tot en met 16 mei 2007, te Oploo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een lijk, te weten het stoffelijk overschot van [slachtoffer], heeft verbrand, met het oogmerk om het feit en/of de oorzaak van het overlijden te verhelen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) in een slaapkamer van de woning aan de [adres], alwaar zich het stoffelijk overschot van [slachtoffer] bevond
- -
een of meer brandbare (vloei)stof(fen) gesprenkeld op en/of nabij een of meer voorwerp(en) en/of de vloer(bedekking) van die slaapkamer, en/of op en/of nabij het in de slaapkamer gelegen stoffelijk overschot van [slachtoffer]; en/of
- -
een raam van die slaapkamer open gezet; en/of
- -
(met behulp van een aansteker) de in die slaapkamer aanwezige televisie en/of gordijnen en/of vloerbedekking en/of bed, althans een of meer (beprenkelde) voorwerp(en), en/of het stoffelijk overschot van [slachtoffer], in brand gestoken, althans open vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen) en/of (een) brandbare voorwerp(en), ten gevolge waarvan het stoffelijk overschot van deze [slachtoffer] (gedeeltelijk) is verbrand;
[artikel 151 Wetboek van Strafrecht]
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vordering worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De eis van de officier van justitie [bijlage 2].
De officier van justitie heeft gevorderd een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd niet-ontvankelijk verklaring van de [benadeelde partijen].
De overwegingen die tot de beslissing hebben geleid.
De rechtbank oordeelt dat heropening van het onderzoek ter terechtzitting noodzakelijk is, omdat dit niet volledig is geweest. De rechtbank acht het voor de vorming van haar eindoordeel noodzakelijk zich nader te doen voorlichten omtrent de mogelijkheid van behandeling van verdachte binnen het juridische kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, alsmede de wijze waarop deze voorwaarden zouden kunnen worden ingevuld. De rechtbank komt tot deze conclusie gelet op de adviezen van psycholoog drs. B.Y. van Toorn en psychiater drs. R.H.P. Schlösser van respectievelijk 16 april 2008 en 5 april 2008, alsmede de door voornoemde gedragsdeskundigen op verzoek van de officier van justitie en de verdediging opgemaakte aanvullende rapportages van respectievelijk 9 juli 2008 en 7 juli 2008.
De rechtbank zal aldus het onderzoek ter terechtzitting, in belang daarvan en in het belang van de verdediging, heropenen en tevens schorsen voor onbepaalde tijd. De reclassering zal in de gelegenheid gesteld worden een maatregelrapportage omtrent verdachte op te stellen inhoudende informatie over een mogelijke invulling van de voorwaarden waaraan verdachte zal moeten voldoen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, de kliniek waar een dergelijke behandeling zou moeten plaatsvinden, alsmede een mogelijke datum van opname bij die kliniek.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
- -
heropent het onderzoek en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd;
De rechtbank stelt de termijn van deze schorsing op langer dan één maand na heden, doch een termijn van drie maanden niet te boven gaande, om de klemmende reden dat alle binnen één maand na heden te houden terechtzittingen reeds zijn geappointeerd en geen ruimte bieden om deze zaak alsdan te behandelen en het voorts niet valt te verwachten dat de hierna te noemen rapportage binnen één maand na heden gereed zal zijn.
- -
beveelt dat omtrent verdachte een maatregelrapportage op zal worden gemaakt door of namens de Reclassering Nederland inhoudende informatie over een mogelijke invulling van de voorwaarden waaraan verdachte zal moeten voldoen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, de kliniek waar een dergelijke behandeling zou moeten plaatsvinden, alsmede een mogelijke datum van opname bij die kliniek;
- -
beveelt de oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte en de benadeelde partijen.
Dit tussenvonnis is gewezen door:
mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter,
mr. J.J.H. Bruggink en mr. I.M. Nusselder, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Weemers, griffier,
en is uitgesproken op 6 augustus 2008,
zijnde mr. I.M. Nusselder buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.
4
Parketnummer: 01/849349-07
[verdachte]