FED 2023/69
Per onderneming moet worden beoordeeld of de schenker voldoet aan de indirecte bezitseis.
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:647, m.nt. mr. H.F. van der Weerd-van Joolingen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/04462
- Noot
mr. H.F. van der Weerd-van Joolingen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS703100:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:HR:2023:647, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2022
- Wetingang
Essentie
Per onderneming moet worden beoordeeld of de schenker voldoet aan de indirecte bezitseis.
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof heeft nagelaten om bij de toepassing van de indirecte bezitstermijn te beoordelen of de inspecteur terecht stelde dat de dochtermaatschappijen van D voorafgaande aan de splitsing minimaal twee objectieve ondernemingen dreven. Nu het Hof dat heeft nagelaten, wordt zijn uitspraak vernietigd en verwijst de Hoge Raad het geding naar Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Uitspraak
Het geschil betreft de aan belanghebbende ter zake van een schenking in het jaar 2023 opgelegde aanslag schenkbelasting, die na toepassing van een voorwaardelijke vrijstelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.