FED 2018/90
Moet over de feitelijke parkeerbelasting bij straatparkeren wel of niet btw worden berekend?
HR 23-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:413, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2018
- Magistraten
Mrs. Punt, Fierstra, Groeneveld, Wortel en Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/03254
- Noot
G. Groenewegen
- JCDI
JCDI:ADS274104:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:413, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:873, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2017
- Wetingang
Art. 225 Gemw
Essentie
Moet over de feitelijke parkeerbelasting bij straatparkeren wel of niet btw worden berekend?
Samenvatting
De Hoge Raad laat in het midden of over de feitelijke parkeerbelasting bij straatparkeren btw moet worden berekend aangezien dit belang buiten de naheffingsaanslag parkeerbelasting is gelegen en voor de rechtsgeldigheid van de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet relevant is.
Uitspraak
Het geschil betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Uitgangspunten in cassatie
2.1.
Belanghebbende is ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB). De heffingsambtenaar heeft aan hem op 6 november 2013 een aanslagbiljet uitgereikt met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.