Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/601
Wederrechtelijke vrijheidsberoving. Kennelijk leugenachtige verklaring. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:745
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/03814
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:745, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:308, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2016
Essentie
Wederrechtelijke vrijheidsberoving. Kennelijk leugenachtige verklaring. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 juli 2014, nummer 22/000898-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 17 juli 2014 de verdachte wegens 1 subsidiair “de eendaadse samenloop van medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven” en 2 “bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.