RCR 2022/67
Bewaarneming. Is voor de uitsluitingsgrond van art. 6:235 lid 1 sub a BW vereist dat aan alle voorwaarden van art. 2:403 lid 1 BW is voldaan? Doet schending van de zorgplicht van een bewaarnemer af aan de risicoaansprakelijkheid van een bewaargever?
HR 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:719
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/02478
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS663307:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:719, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:827, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2020
- Wetingang
Art. 2:403, 6:235, 7:601 BW
Samenvatting
Peterson ABL ("Peterson") heeft verschillende partijen houtpellets (een vorm van biomassa) opgeslagen in een silo van EBS. De pellets zijn eigendom van een derde partij, Peterson is bewaargever en EBS is bewaarnemer. Op de overeenkomst van bewaarneming zijn de algemene voorwaarden van EBS van toepassing verklaard. Er breekt brand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.