Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake samenwerking bij de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen over zee en door de lucht in het Caribisch gebied
Artikel 14 Overige situaties
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2008
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van november 2008.
- Bronpublicatie:
10-04-2003, Trb. 2004, 54 (uitgifte: 12-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Trb. 2010, 253 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Geen enkele bepaling van dit Verdrag belet een Partij anderszins uitdrukkelijk toestemming te verlenen voor rechtshandhavingsoperaties door een andere Partij teneinde sluikhandel te bestrijden op haar grondgebied of binnen haar wateren of luchtruim, of met betrekking tot vaartuigen of luchtvaartuigen met haar nationaliteit die verdacht worden van sluikhandel.
2.
De Partijen worden uitgenodigd de desbetreffende bepalingen van dit Verdrag toe te passen op ieder moment dat vaartuigen of luchtvaartuigen van de rechtshandhavingsautoriteiten van de Partijen bewijzen van sluikhandel constateren.