NJF 2011/242
Huurrecht. Europees recht. Prejudiciële vragen. Boetebeding oneerlijk in de zin van Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten?
Hof Amsterdam 08-03-2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ8518
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
8 maart 2011
- Magistraten
Mrs. W.J.J. Los, J.H. Huijzer, J.W. Hoekzema
- Zaaknummer
200.055.552/01
- LJN
BQ8518
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ8518, Uitspraak, Hof Amsterdam, 08‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Huurrecht. Europees recht. Prejudiciële vragen. Boetebeding oneerlijk in de zin van Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten?
Samenvatting
In de procedure is een beroep op matiging van de boete die volgens de huurovereenkomst verschuldigd is, gedaan. Dit roept de vraag op of het boetebeding oneerlijk is in de zin van Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, Pb 1993, L 95/29, en of, als dat zo is, het hof bevoegd en gehouden is dat beding ambtshalve te toetsen aan art. 6:233 aanhef en onder a BW en/of art. 3:40 BW. Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.