RvdW 2019/785
Intellectuele eigendom. Merkenrecht. Vormmerk sta-zakje voor vruchtensap. Vormmerk nietig op grond van techniekexceptie art. 2.1 (oud) BVIE?; techniekexceptie ook van toepassing bij voldoende alternatieven?; relevantie rechtspraak HvJ EU over techniekexceptie in modellenrecht. Slaafse nabootsing?; maatstaf HR 20 november 2009, NJ 2011/302 (Lego/Mega Brands).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 juni 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01154
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS68608:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1043, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:433, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑05‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 2.1 (oud) BVIE
Essentie
Intellectuele eigendom. Merkenrecht. Vormmerk sta-zakje voor vruchtensap. Vormmerk nietig op grond van techniekexceptie art. 2.1 (oud) BVIE?; techniekexceptie ook van toepassing bij voldoende alternatieven?; relevantie rechtspraak HvJ EU over techniekexceptie in modellenrecht. Slaafse nabootsing?; maatstaf HR 20 november 2009, NJ 2011/302 (Lego/Mega Brands).
Samenvatting
Wat betreft het vormmerk heeft het HvJ EU de techniekexceptie — gelet op het algemene belang dat daaraan ten grondslag ligt — aldus uitgelegd dat (i) indien eenmaal is aangetoond dat de wezenlijke functionele kenmerken van de vorm van de waar uitsluitend aan de technische uitkomst zijn ...