Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 503 Eigenvermogensvereisten voor blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Inwerkingtreding
28-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Uiterlijk op 31 december 2014 en na raadpleging van de EBA dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in, in voorkomend geval vergezeld van passende voorstelen, over de toereikendheid van de in artikel 129 bepaalde risicogewichten en de in artikel 336, lid 3, bepaalde eigenvermogensvereisten voor specifiek risico voor alle instrumenten die voor deze behandelingen in aanmerking komen, alsook over de geschiktheid van de criteria in artikel 129.
2.
Het verslag en de voorstellen bedoeld in lid 1 hebben betrekking op:
- a)
de mate waarin de vigerende toetsingvermogensvereisten voor gedekte obligaties afdoende differentiëren tussen varianties in de kredietkwaliteit van de gedekte obligaties en het als zekerheid gestelde onderpand, ook wat de mate van variatie tussen de lidstaten onderling betreft;
- b)
de transparantie van de markt van gedekte obligaties en de mate waarin die transparantie beleggers in staat stelt alomvattende interne analyses te maken van het kredietrisico van gedekte obligaties en het als zekerheid voor de gedekte obligaties gestelde onderpand, alsmede de scheiding van activa in geval van insolventie van de uitgevende instelling, met inbegrip van het risicoverminderende effect van het onderliggende stringente nationale rechtskader, overeenkomstig artikel 129 van deze verordening kapitaalvereisten en artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG, betreffende de algehele kredietkwaliteit van een gedekte obligatie en de implicaties daarvan voor de door de beleggers benodigde mate van transparantie; en
- c)
de mate waarin de uitgifte van gedekte obligaties door een kredietinstelling een impact heeft op het kredietrisico waaraan andere schuldeisers van de uitgevende instelling blootstaan.
3.
Uiterlijk op 31 december 2014 en na raadpleging van de EBA dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de vraag of door luchtvaartuigen gedekte leningen (luchtvaartuigen als onderpand) en woonkredieten met garantie maar zonder geregistreerde hypotheek, onder bepaalde omstandigheden als in aanmerking komende activa overeenkomstig artikel 129 dienen te worden beschouwd.
4.
Uiterlijk op 31 december 2016 toetst de Commissie of de in artikel 496 beschreven afwijking aan haar doel beantwoordt en, in voorkomend geval, of het raadzaam is een soortgelijke behandeling ook toe te passen voor andere vormen van gedekte obligaties. In het licht van die toetsing kan de Commissie in voorkomend geval gedelegeerde handelingen vaststellen overeenkomstig artikel 462 om de afwijking een permanent karakter te geven of wetgevingsvoorstellen indienen om de afwijking uit te breiden tot andere vormen van gedekte obligaties.