Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 10.4 Bewijs van aanvraag om erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
23-01-2019, Stcrt. 2019, 5566 (uitgifte: 11-02-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/4405)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-01-2019, Stcrt. 2019, 5566 (uitgifte: 11-02-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/4405)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Artikel 18, vierde lid, eerste volzin, van de wet is niet van toepassing op radio-operators op schepen.
2.
Bij een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van aanvraag om erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de wet, overlegt de aanvrager naast de in artikel 10.3, eerste lid, bedoelde bescheiden tevens een verklaring:
- a.
van de zeewerkgever omtrent het afgesloten zijn van een arbeidsovereenkomst, waarbij de aanvrager zich heeft verbonden arbeid aan boord van een zeeschip te verrichten; en
- b.
van de scheepsbeheerder omtrent de authenticiteit van de door de aanvrager overgelegde bescheiden en de juistheid van de door deze verstrekte gegevens, voor zover dit door hem kan worden beoordeeld.