RN 2013/39:Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Is bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in strijd met het discriminatieverbod van art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM?

RN 2013/39

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Is bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in strijd met het discriminatieverbod van art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM?

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Successiewet. Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Discriminatieverbod.

Is bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in strijd met het discriminatieverbod van art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM?

Samenvatting

In 2006 is erflater overleden. Hij was in gemeenschap van goederen gehuwd. Tot zijn erfgenamen heeft hij nagelaten zijn echtgenote, hun dochter en hun zoon (belanghebbende). De erfgenamen waren ieder voor een derde gedeelte gerechtigd tot de nalatenschap. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorden aandelen in een BV en een eigen woning. Erflater had een aanmerkelijk belang in de BV. Ten tijde van het overlijden van erflater was de feitelijke werkzaamheid van de BV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.