BNB 2018/37
Beperking rechten verdediging: niet bij uitstel van betaling, wel bij dreigende verjaring douaneschuld. Bewijs oorsprong. Gevolgen vernietiging monsters
HR 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2980, m.nt. M.J.W. van Casteren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2017
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
15/05787
- Noot
M.J.W. van Casteren
- JCDI
JCDI:ADS200018:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2017
ECLI:NL:HR:2017:2980, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2017
- Wetingang
Europeesrechtelijk verdedigingsbeginsel; Art. 201 lid 3 Communautair douanewetboek; art. 246 Uitv.verord. Communautair douanewetboek; art. 8 Verordening (EG) nr. 1291/2000; Besluit 2001/404/EG; Besluit 1/98 van de Associatieraad EU-Turkije
Essentie
Beperking rechten verdediging: niet bij uitstel van betaling, wel bij dreigende verjaring douaneschuld. Bewijs oorsprong. Gevolgen vernietiging monsters
Samenvatting
Door en in opdracht van belanghebbende zijn aangiften voor het vrije verkeer gedaan van knoflook van oorsprong uit Rusland en uit Turkije. Bij de met oorsprong Rusland aangegeven knoflook is aanspraak gemaakt op vrijstelling van (specifieke) rechten vanwege een GATT-contingent voor knoflook uit derde landen. Bij één van de desbetreffende aangiften heeft de douane een monster genomen. Bij de met oorsprong Turkije aangegeven knoflook is telkens een – naar achteraf is gebleken – vals certificaat van oorsprong overgelegd. Bij één van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.