RI 2018/31
Toepasselijk (insolventie-)recht op kwalificatie vorderingen.
Rb. Amsterdam 13-09-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:8649
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
13 september 2017
- Magistraten
Mr. N.C.H. Blankevoort
- Zaaknummer
C/13/615998 / HA ZA 16-994
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928315:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Insolventierecht / Faillissement
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2017:8649, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 13‑09‑2017
- Wetingang
Art. 4 Insolventieverordening 2000 (IVO) (art. 7 Insolventieverordening (herschikking)); art. 40 Fw; art. 3:288 BW
Essentie
Internationaal faillissementsrecht.
Naar welk recht wordt de rang in het Nederlandse faillissement bepaald van vorderingen die schuldeisers hebben op grond van een uitspraak van een gerecht van een andere Lidstaat (‘buitenlandse vorderingen’)? Zijn vorderingen die naar het recht van een andere lidstaat als loonvordering (kunnen) gelden in het Nederlandse faillissement boedelschuld?
Samenvatting
Swets Information Services B.V. (SIS) is indirect 100% aandeelhouder van de Spaanse vennootschap Swets Information Services S.L. (SIS Spanje). SIS failleert, daarna ook SIS Spanje. Eisers in de onderhavige Nederlandse procedure waren in dienst bij SIS Spanje. Bij het faillissement van SIS Spanje is hen collectief ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.