V-N 2019/27.10
Volgens A-G moet voor zakelijkheid motieven worden beoordeeld of afsplitsing ook zonder voorgenomen verkoop zou plaatsvinden
HR (Parket) 16-04-2019, ECLI:NL:PHR:2019:394, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
16 april 2019
- Zaaknummer
18/04792
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54983:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1297, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:394, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑04‑2019
- Wetingang
art. 15 lid 1-h WBR; art. 5c lid 1 Uitv.besl. BRV
Essentie
A-G Wattel is van mening dat de vrijstelling overdrachtsbelasting niet van toepassing is, aangezien de splitsing van het olieconcern niet had plaatsgevonden zonder het voornemen om een deel van het vermogen over te dragen aan een derde en de overdracht niet noodzakelijk was in verband met de continuïteit van de onderneming.
Samenvatting
Belanghebbende is op 17 november 2015 ontstaan uit afsplitsing van B bv. Bij die afsplitsing krijgt de belanghebbende de tankstationsonderneming van B mee. B wilde daarvan af om zich te concentreren op hetgeen zij als haar kernactiviteiten beschouwde. Ruim vóór de afsplitsing, op 17 juni 2015, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.