Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/150
150 Ratio
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691466:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Groeneveld-Tijssens 2015/57. Zie ook Van Nispen 2016. In het (internationaal) intellectueel eigendomsrecht, kartelschadezaken en het internationale transportrecht wordt veel gebruik gemaakt van het vorderen van een negatieve verklaring voor recht. In dit onderzoek worden slechts enkele aspecten daarvan behandeld.
Groeneveld-Tijssens 2015/61.
Van Nispen 2016. Het doet z.i. bij inbreukzaken verwrongen aan middels een negatieve verklaring voor recht een veroordeling tot een dulden te bewerkstelligen.
O.m. Van Nispen 2016, F.J.P. Lock, Stelplicht & Bewijslast, commentaar op art. 3:302 BW alsmede Lock 2019c en Asser 2020a/24.1-24.9.
De betekenis van een negatief declaratoir blijkt bovendien toe te nemen (Groeneveld-Tijssens 2015/13).
Van der Helm 2019, p. 27-28.
Een partij die geconfronteerd wordt met een mogelijke (schadevergoedings)vordering kan er belang bij hebben dat in rechte wordt vastgesteld dat zij niet aansprakelijk is (een proactieve actie). Die partij wil duidelijkheid over haar rechtspositie. De hypothetische tegenvordering wordt dan afgeweerd.1 Er is sprake van een rolwisseling: eiser is potentieel schuldenaar, verweerder potentieel schuldeiser. Eiser wenst dat de rechter vaststelt dat aansprakelijkheid van eiser tegenover de nog afwachtende verweerder op de door verweerder beweerde gronden niet bestaat.
Discussie
In de literatuur was discussie over de vraag of een vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht toelaatbaar is. Eiser doet een beroep op een rechtsgevolg dat het Nederlandse recht niet kent. Groeneveld-Tijssens is geen voorstander van het toelaten van een negatieve verklaring voor recht.2 Zij pleit als alternatief voor een negatieve verklaring voor recht een veroordeling om te dulden (te gehengen en te gedogen) onder verbeurte van een dwangsom. Van Nispen daarentegen geeft aan dat de vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht in bepaalde situaties voor een partij de enige mogelijkheid is om uitsluitsel over een geschilpunt te krijgen.3 Nu algemeen wordt aangenomen dat een vordering strekkende tot een negatieve verklaring voor recht een legitieme functie vervult,4 een strategische keuze kan zijn van eiser en dat die keuze hem in beginsel vrijstaat, is in het verdere betoog uitgangspunt dat een dergelijke vordering wordt geaccepteerd5 mits eiser daarbij een voldoende belang heeft.6