FED 2020/73
Inkomen uit aanmerkelijk belang belast bij buitenlandse aandeelhouder.
HR 10-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:21, m.nt. F. Boulogne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Faase; A-G Wattel
- Zaaknummer
18/00219
- Noot
F. Boulogne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS199389:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:21, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2018:830, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2018
- Wetingang
Art. 17 Wet VPB 1969
Essentie
Inkomen uit aanmerkelijk belang belast bij buitenlandse aandeelhouder.
Samenvatting
Na diverse herstructureringen en zetelverplaatsingen ontvangt belanghebbende, een naar Luxemburg verplaatste BV, een dividend van Holding, een in Nederland gevestigde vennootschap waarin zij een aanmerkelijk belang houdt. De inspecteur legt aan belanghebbende een aanslag vennootschapsbelasting op, ter hoogte van het verdragstarief. De Hoge Raad oordeelt dat in het oordeel van het Hof besloten ligt dat Holding op het moment van de dividenduitkering een kasgeldvennootschap was en dat dat oordeel zelfstandig het oordeel kan dragen dat het belang in Holding niet behoort tot een onderneming. De technisch ab-regeling is niet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.