NJB 2023/2340
Cassatieberoep in geval van verhaal op goederen krachtens een dwangbevel i.d.z.v. art. 6:4:5 lid 3 Sv: op grond van deze bepaling is de veroordeelde in zijn cassatieberoep alleen ontvankelijk na voorafgaande consignatie (zekerheidstelling) van het nog verschuldigde bedrag en van al de kosten op de griffie van het gerecht dat de beschikking heeft gegeven, of waartoe de rechter behoort van wie de beschikking afkomstig is. In casu heeft de griffie van de rechtbank de veroordeelde via een mededeling in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen na het instellen van cassatie het verschuldigde bedrag aan het Centraal Justitieel Incassobureau te consigneren. Binnen die termijn is echter geen betaling van de veroordeelde ontvangen. De veroordeelde is daarom niet-ontvankelijk in het cassatieberoep.
HR 03-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1357
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
22/02853
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1357, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑09‑2022
- Wetingang
(art. 6:4:5 Sv)
Essentie
Cassatieberoep in geval van verhaal op goederen krachtens een dwangbevel i.d.z.v. art. 6:4:5 lid 3 Sv: op grond van deze bepaling is de veroordeelde in zijn cassatieberoep alleen ontvankelijk na voorafgaande consignatie (zekerheidstelling) van het nog verschuldigde bedrag en van al de kosten op de griffie van het gerecht dat de beschikking heeft gegeven, of waartoe de rechter behoort van wie de beschikking afkomstig is. In casu heeft de griffie van de rechtbank de veroordeelde via een mededeling in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen na het instellen van cassatie het verschuldigde bedrag aan het Centraal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.