NJB 2021/1721
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. Vervolgmachtiging. Hoge Raad: De rechtbank heeft de vervolgmachtiging niet verleend voordat de geldigheidsduur van de bestaande zorgmachtiging verstreek. Aldus kon de vervolgmachtiging niet worden verleend voor de duur van twaalf maanden
HR 04-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:818
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 juni 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide;
- Zaaknummer
20/03779
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:818, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:264, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. Vervolgmachtiging. Hoge Raad: De rechtbank heeft de vervolgmachtiging niet verleend voordat de geldigheidsduur van de bestaande zorgmachtiging verstreek. Aldus kon de vervolgmachtiging niet worden verleend voor de duur van twaalf maanden
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. C. Reijntjes-Wendenburg, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Bij beschikking van 24 februari 2020 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 24 augustus 2020 (de bestaande zorgmachtiging). Bij op 29 juli 2020 ingekomen verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.