JOW 2016/14
diverse aspecten, drugsafval, voorbereidingsdelict, bevorderingsdelict
HR 26-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:743
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2016
- Magistraten
Van Schendel, De Savornin Lohman, De Hullu, Buruma, Van de Griend
- Zaaknummer
14/03354
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:743, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:306, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑09‑2014
- Wetingang
Art. 10a Opw
Essentie
Achteraf afvoeren van drugsafval is geen ‘bevorderen’ van plegen van strafbaar feit ex art. 10a Opiumwet
Samenvatting
Voor toepasselijkheid van art. 10a Opiumwet is niet vereist dat ‘het feit waarop de handelingen zijn gericht, niet is gerealiseerd en er evenmin sprake is van een strafbare poging tot dat feit’. Ook ‘handelingen die plaatsvinden in de uitvoerings- en voltooiingsfase van het delict’ kunnen onder het bereik van deze bepaling vallen. Het is niet vereist dat van de handelingen reeds bekend is ter voorbereiding of bevordering van welk concreet misdrijf deze dienen.
Bij het karakter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.