AB 2014/213
Bestemmingsplan. Relativiteit in relatie tot zorgvuldig ruimtegebruik en bescherming van de stedenbouwkundige structuur.
ABRvS 23-04-2014, ECLI:NL:RVS:2014:1442, m.nt. A.G.A. Nijmeijer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
23 april 2014
- Magistraten
Mrs. J.A.W. Scholten-Hinloopen, J.G.C. Wiebenga, R.J.J.M. Pans
- Zaaknummer
201306183/1/R3.
- Noot
A.G.A. Nijmeijer
- JCDI
JCDI:ADS918175:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieuprivaatrecht
Bouwrecht / Stedenbouw en welstand
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:1442, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23‑04‑2014
- Wetingang
Art. 3.1 lid 1 Wro; art. 8:69a Awb
Essentie
Bestemmingsplan. Relativiteit in relatie tot zorgvuldig ruimtegebruik en bescherming van de stedenbouwkundige structuur.
Samenvatting
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat met de beroepsgronden ten aanzien van het Bro, de Omgevingsverordening en de Nota niet wordt voldaan aan het zogenoemde relativiteitsvereiste.
Ingevolge artikel 8:69a van de Awb, vernietigt de bestuursrechter een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of een ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.
Onder verwijzing naar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.