RFR 2013/103
Familieprocesrecht. Heeft de man belang bij zijn cassatieberoep, omdat de overweging van het hof inzake de partneralimentatie anders gezag van gewijsde krijgt?
HR 17-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0356
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 mei 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
10/04818
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
CA0356
- JCDI
JCDI:ADS914904:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:CA0356, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑05‑2013
ECLI:NL:HR:2013:CA0356, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2010
- Wetingang
Art. 1:401 BW; art. 236 Rv
Essentie
Familieprocesrecht.
Heeft de man belang bij zijn cassatieberoep, omdat de overweging van het hof inzake de partneralimentatie anders gezag van gewijsde krijgt?
Samenvatting
In het kader van een echtscheidingsprocedure bepaalde de rechtbank een partneralimentatie van € 5.250 per maand. De man ging hiertegen in hoger beroep en verzocht het hof onder meer het verzoek van de vrouw tot vaststelling van partneralimentatie alsnog af te wijzen, dan wel in de tijd te limiteren, gezien de grievende gedragingen van de vrouw waardoor de lotsverbondenheid zou zijn verbroken. In de tussenbeschikking verwierp het hof het verweer van de man ten aanzien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.