RAV 2015/13
Bestuurdersaansprakelijkheid. Verjaring. Welke bekendheid van de gelaedeerde met gedragingen van zijn wederpartij is bepalend voor de aanvang van de verjaringstermijn? Levert het doorhalen op de rol van een ingestelde procedure stuiting voor onbepaalde tijd op?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/02499
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS919930:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3240, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1641, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑05‑2013
- Wetingang
Art. 3:310, 3:316 BW; art. 246 Rv
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Verjaring. Aanvang verjaringstermijn. Stuiting.
Welke bekendheid van de gelaedeerde met gedragingen van zijn wederpartij is bepalend voor de aanvang van de verjaringstermijn? Levert het doorhalen op de rol van een ingestelde procedure stuiting voor onbepaalde tijd op?
Samenvatting
Verweerder in cassatie was bestuurder van GS Verzekeringen B.V. (GS). GS trad op als gevolmachtigd agent van Allianz Belgium N.V. (Allianz). GS kon in naam en voor rekening van Allianz bepaalde verzekeringsovereenkomsten met derden aangaan. Ook incasseerde GS namens Allianz premies voor bepaalde verzekeringen.
De rechtsverhouding tussen GS en Allianz was in 1996 vastgelegd in een agentuurovereenkomst. ...