Wet beëindiging arbeidsovereenkomsten BES
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040) Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
31-08-2010, Stb. 2010, 595 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 dient een werkgever, zodra hij voornemens is binnen een termijn van drie maanden vijf en twintig werknemers of meer dan wel meer dan 25% van het aantal werknemers in een vestiging ener onderneming, voorzover dit percentage niet resulteert in vijf of minder werknemers, te ontslaan dit voornemen minstens twee maanden voor het beëindigen der arbeidsovereenkomst aan Onze Minister te kennen te geven.
2.
Binnen acht dagen na de kennisgeving legt de werkgever aan Onze Minister een afvloeiingsplan voor.
3.
Onze Minister geeft zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het afvloeiingsplan een schriftelijk oordeel ter zake. Artikel 4, derde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Het is de werkgever verboden een arbeidsovereenkomst te beëindigen, zolang Onze Minister, met inachtneming van het derde lid, geen beoordeling heeft gegeven.