JWB 2004/61
Erfrecht, legitieme portie, inkorting, waardering
HR 13-02-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN8172
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2004
- Zaaknummer
C02/233HR
- LJN
AN8172
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN8172, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN8172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2004
- Wetingang
Art. 3:166 lid 3 BW; art. 3:185 lid 1 BW; art. 4:960-4:967 BW(oud)
Essentie
Erfrecht, legitieme portie, inkorting, waardering
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie en de verweerster in cassatie zijn broer en zus. Zij zijn elk voor een zevende deel gerechtigd tot de nalatenschap van hun overleden moeder. De moeder was in algehele gemeenschap van goederen getrouwd met de vader van partijen. De eiser dreef een melkveebedrijf in de vorm van een vennootschap onder firma met de vader. Na het overlijden van de vader is het bedrijf door de moeder voortgezet. Later is de vennootschap onder firma bij een notariële akte ontbonden en is het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.