RBP 2021/11
Twee-conclusieregel. Incidentele vordering in eerste aanleg afgewezen. Kan in hoger beroep opnieuw een identieke vordering worden ingesteld of moet tegen de afwijzing worden gegriefd?
Hof Den Haag 03-11-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2056
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
3 november 2020
- Magistraten
Mrs. J.J. van der Helm, H.J.M. Burg, R.M. Hermans
- Zaaknummer
200.281.618/01
- JCDI
JCDI:ADS250152:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2022:934, Uitspraak, Hof Den Haag, 14‑06‑2022
ECLI:NL:GHDHA:2021:989, Uitspraak, Hof Den Haag, 15‑06‑2021
ECLI:NL:GHDHA:2020:2056, Uitspraak, Hof Den Haag, 03‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Incident. Hoger beroep. Twee-conclusieregel.
Incidentele vordering in eerste aanleg afgewezen. Kan in hoger beroep opnieuw een identieke vordering worden ingesteld of moet tegen de afwijzing worden gegriefd?
Samenvatting
De rechtbank heeft een 843a Rv-vordering tegen Staedion afgewezen, omdat deze te laat is ingesteld. De procedure is vervolgens na een cessie van de vordering overgenomen door appellant. Appellant stelt in hoger beroep een 843a Rv-vordering in tegen Staedion die identiek is aan de vordering in eerste aanleg. Volgens Staedion is die vordering in strijd met de tweeconclusieregel (art. 347 Rv) en de goede procesorde.
Hof: de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.