Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme
Artikel 28 Herziening van de Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2007
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 34 (uitgifte: 10-02-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2010, Trb. 2010, 244 (uitgifte: 27-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Teneinde de lijst met verdragen in de Bijlage te actualiseren, kan elke Partij of het Comité van Ministers voorstellen tot wijziging indienen. Deze voorstellen tot wijziging hebben uitsluitend betrekking op binnen het systeem van de Verenigde Naties gesloten universele verdragen die specifiek betrekking hebben op internationaal terrorisme en die in werking zijn getreden. Zij worden door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa medegedeeld aan de Partijen.
2.
Na raadpleging van de Partijen die geen lid zijn, kan het Comité van Ministers de wijziging aannemen met de in artikel 20, onderdeel d, van het Statuut van de Raad van Europa voorziene meerderheid. De wijziging treedt in werking na het verstrijken van een tijdvak van een jaar na de datum waarop deze is toegestuurd aan de Partijen. Gedurende dit tijdvak kan elke Partij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa in kennis stellen van enig bezwaar tegen het in werking treden van de wijziging ten aanzien van deze Partij.
3.
Indien eenderde van de Partijen de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa in kennis stellen van een bezwaar tegen het in werking treden van de wijziging, wordt de wijziging niet van kracht.
4.
Indien minder dan eenderde van de Partijen kennisgeving hebben gedaan van bezwaar, treedt de wijziging in werking voor de Partijen die geen kennisgeving van bezwaar hebben gedaan.
5.
Indien een wijziging overeenkomstig het tweede lid van dit artikel in werking is getreden en een Partij kennis heeft gedaan van een bezwaar ertegen, treedt deze wijziging voor de desbetreffende Partij in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop deze Partij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa in kennis stelt van haar aanvaarding ervan.