Prg. 2015/88
De procespartij, die met vals bewijs alles aan elkaar liegt en bedriegt, verspeelt ook in hoger beroep zijn kans om met – wellicht solide – nieuw bewijs alsnog zijn gelijk te halen.
Hof Amsterdam 13-01-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:85
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
13 januari 2015
- Magistraten
Mrs. C.C. Meijer, R.H. de Bock, H.J.M. Boukema
- Zaaknummer
200.142.319/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2015:85, Uitspraak, Hof Amsterdam, 13‑01‑2015
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 21, 111 lid 2 onder d, 150, 152 Rv
Essentie
Procesrecht. Heeft vervalsing belangrijk deel bewijs in eerste aanleg gevolgen in hoger beroep?
Ja. Door ernstige schending waarheidsplicht is belangrijk vertrouwen in appellant als procespartij definitief vervallen, zodat vordering integraal dient te worden afgewezen.
Samenvatting
Appellant komt op tegen het oordeel van de kantonrechter Alkmaar dat zijn vordering van € 548.810,86 geheel dient te worden afgewezen. Dit omdat appellant in strijd met art. 21 Rv heeft gehandeld door een belangrijk deel van de facturen te vervalsen. Appellant beperkt zijn vordering in hoger beroep tot een volgens hem wel genoegzaam te bewijzen bedrag van € 145.648. Geïntimeerden concluderen tot bekrachtiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.