NJB 2018/1766:Onteigening. Er zijn uiterwaarden onteigend. Deze bevatten zand en klei, dat op zichzelf winbaar is, maar er loopt ook een gasleiding door de uiterwaarden. Om het winnen van het zand en de klei mogelijk te maken, zou de gasleiding verlegd moeten worden. De onteigende heeft zich tegen de onteigening verzet, onder meer met het betoog dat hij het werk waarvoor onteigend wordt, zelf wil realiseren. Ter onderbouwing van dat betoog heeft hij een deskundige ingeschakeld, die kosten in rekening heeft gebracht. Hoge Raad: 1. Eliminatieregel. Bruikbare bodembestanddelen. Kosten van winning. Nu een willekeurige eigenaar de bruikbare bodembestanddelen, de onteigening weggedacht, slechts zou kunnen winnen na verlegging van de gasleiding, moeten bij beantwoording van de vraag of die bodembestanddelen het onteigende meerwaarde verlenen, de kosten van verlegging in aanmerking worden genomen. 2. Kosten van deskundigenbijstand. Zelfrealisatie. De onteigende heeft zich beroepen op de wens tot zelfrealisatie. De daarmee gemoeide kosten komen in aanmerking voor vergoeding, voor zover zij redelijkerwijs zijn gemaakt en binnen een redelijke omvang zijn gebleven.